Aan de sterfte onder karpers in het water aan de Potjesdam lijkt nu een eind gekomen, maar de vraag is of er nog wel een karper is overgebleven. De gemeente heeft volgens zeggen ruim 300 dode karpers opgeruimd.
Andere vissen lijken niet getroffen en berichten over zieke vogels zijn ook niet bevestigd.
Volgens metingen van HHNK mankeerde het water niets, was het gezond, geen giftige stoffen of zuurstofgebrek, zoutgehalte normaal enz.
Onze conclusie is dat er een karpervirus heeft toegeslagen. Om dit te bewijzen was er een nog levende karper nodig maar het is ons niet gelukt er nog eentje te vangen. Dat gaan we nu alsnog proberen door een Visserijkundig onderzoek te gaan uitvoeren, waarbij we ook aan de weet komen hoe het met de rest van de visstand gaat.
Hoe kan een karpervirus zo toeslaan: Het is mogelijk dat iemand er een besmette karper of koikarper heeft gedumpt (vooral koikarpers zijn erg gevoelig voor virussen).
Maar ook kan er een visser gevist hebben met nog nat of besmet landingsnet of bewaarzak die een virus heeft overgebracht vanuit bijvoorbeeld Frankrijk of een ander water in Nederland. Overigens zijn ons uit onze omgeving geen wateren bekend die besmet waren afgelopen zomer.
Tenslotte kunnen zelfs watervogels een virus overbrengen.
Hoe nu verder: voorlopig is ons mooiste karperwater kapot. Waterschap HHNK heeft al laten weten dat er voorlopig geen vis mag worden uitgezet voor dat de oorzaak bekend is. We hopen met het aangevraagde Visstand onderzoek alsnog wat duidelijkheid te krijgen.
Langedijker Sportvissers e.o.